Rens van Hoogdalem
Place d'Italie
Op een wc in een kerk
Zit een jongen met wallen.
Hij telt de vlekken op de tegels.
Daarna de vlekken in zijn gezicht.
Religieus gemurmel sijpelt
Door het bovenraampje naar binnen.
“Koetjes, kalfjes, melk en honing”
De vlekken op de vloer
Beginnen te grazen
In de tegels van zijn zonde.
Hij hoest wat tranen,
Herkauwt zijn verdriet
En wiegt zich dan in zijn wallen tot slaap.
Het orgel van de opvolgende Koreaanse dienst
Schrikt hem wakker. Hij staat op,
Spoelt door en luistert tevreden
Naar het splijten van de zee in een wc-pot.
Het licht trekt hij uit
En zijn vingers liggen al op het slot.
In het donker zijn de vlekken verdwenen en
Hij besluit nog wat te wachten,
Eventjes uit te rusten in de kerk
Van dit egale zwart.
Pont Neuf
Als je goed kijkt zie je zijn bloed
Naar de verkeerde plekken stromen.
Te veel stijgt het naar zijn hoofd
Dat om de zoveel tijd doorknakt,
Als een te zwaar ja-knikkertje
In een Renault Twingo.
Te snel vlucht het weg van zijn hart
Dat daardoor aanvoelt als een te
Vroege voorbode van de winter.
Zijn lichaam tocht.
De kou houdt er huis
Nestelt zich in de kieren van zijn lijf.
Het duurt nu niet lang meer en dan
Kerst, Coca-Cola en kalkoen
De sneeuwvlokken dwarrelen al uit zijn ogen
|