Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht

Annemie Deckmyn
Norbert De Meyer
Geert Viaene
Nils Geylen
Ludo Bleys
Robin Hutse

Annemie Deckmyn

ongeval

als je moet sterven op asfalt
deugt het leven niet.
wij ballen vuisten, worden klein
zoals jij. zoeken jou altijd ergens.

alsof je slechts verstopt bent i
n de bekende hoek. we jou daar
zullen vinden. je schatert blijvend
in ons oor. december werpt

een lange schaduw op de weg.

je huppelt ons voor altijd voor.

Norbert De Meyer

HOOGST UITZONDERLIJK

kwam ik jou tegen
op deze vreemde grond
waar zo veel van het weinige
is uitgewoond,
die snoevende woorden
over de tapkast
naar de boezem van de waardin,
onze luchtgitaren en smerige rook,
de Draculagrijns en de elf standjes
waarmee je pochte
onder buigende hemels
waar de nooit haperende tijd
onze grenzen liet uiteenspatten
in vergooide en verloren ruzies.
We wisten alles
zelfs hoe het eindigen zou
wat zo bevroren leek.
Ergens later een hoofdknik nog,
een bemeten groet
van wie overblijft
straks.
Maar kijk:
je bent er nu al niet meer

Geert Viaene

DE MEESTER IN ONTREGELEN

als rotte gemberknollen puilt haar vereelte,
flinterdunne huid uit de kapotte pantoffels

op haar sterfbed jaagt hij vliegen weg,
dolle kevers, die over de tenen lopen

dit leven op de straat vreet aan haar

ijle lijf, de donderwolken in het holle
hoofd dat uit een wrede oorlog rolt

hij serveert zijn kinderen het gras

dat opkomt uit het pas gedolven
graf, de sneeuw smelt snel nu

de lente komt, hij hoort haar
hoge stem, tongen ratelen

Nils Geylen

WERKELIJKHEIDSCONTROLE

Iets willen doen ik zie het niet gebeuren
Kent u de voordelen van zelfbestraling al?

binnensluipen, wittekassadiefstal,
tickets voor Panama, links op de piano

Vier procent van de kosmos is nog te vatten
Wie staat op een plein iets goed te maken?

entiteiten, hun kloof, diepte of diepgang
de Wil tot Betekenis kreeg een nieuwe betekenis

Wie betaalt het rondje van het wijkcomité?
Europeanen onder Europeanen. Er werd een bump gespot!

kinderarmoede bij activisten,
de volksraadpleging moet op de schop

Lange rijen aan de budgetshop, waggelgang en suikerdrang
Uw denken is te lichaamsdragend, denk dat om

cannot adult from the fringe
ik leef al jaren naast mijn stand

Ik schrap vandaag in mijn agenda
Het is de week van het hongerjaar

Ludo Bleys

narrenpak

I

we willen beeldig zijn, staren in een spiegel
kleuren en grimeren tot er schaduw valt
waxen schaamte weg om wie we zijn
raken onszelf niet voorbij.
rauw geblaf bij de grens

II

de puzzel ligt verstrooid over de vloer
het sluitstuk is een man in narrenpak
hij houdt ons zijn glimlach voor.
zie ons aan voor wie we zijn
kies niet lichtvaardig voor de hemel

Robin Hutse

I. hydrograaf

maart ontbinden in factoren
een verwonderd zoeken naar watertekens

van een klimaat

dat ons verzonken wekt
het water kent zijn weg en reist

naar de scheuren in het opklarend asfalt
naar je bloesembloes nadat

je leerde dat ik waterziek was of
we die achtergelaten hond in de berm zagen rennen

niet kwaad of triest alleen
beslist

 

II. koudefront

op zondag dalen we af in het lage land
wier drijft er als ingewanden koud in gezwollen sloten
stalen platen klapperen zich in de stofhagel
stom tegen de boerenschuren

we ontmoeten hier mijn grootmoeder
zij vond de wet van de communicerende vaten uit
een lijn naar een wijkend middenveld
ze heeft het over

belastingen op spijt, den elektriek en mis-
viering, zij die het niet winnen van de fles

het gesprek trekkebeent.
tot volgende week.

eenmaal buiten gingen we het verregende land in
knepen reigers en wulpen dood, beten hun dunne buiken open
om te zien welke veldparels zij stalen of ook
de trouwring die mijn grootmoeder

plots niet langer draagt