Jelmer van Lenteren
SHOWMODEL: HALVE PRIJS, GEEN ENKELE GARANTIE
Ik ben de man die 's avonds onderuit zakt
en op slaap wacht die niet komt.
Mijn inmiddels dode kater
beet de kabel van mijn televisie door.
Ik kan de krant niet lezen zonder bril,
heb geen klok.
Als ik uiteindelijk toch ga liggen, sta ik op
voordat de zon opkomt.
Ik zet koffie voor vier, gooi driekwart
bij de bruin geworden plant
en ga zitten wachten tot zij zich,
wellicht als postbode, deurwaarder
of politieman vermomd, nog één keer
aan me openbaart.
Ik ben de man die nooit geboren is
en nooit te horen is.
Maar ik heb het bonnetje bewaard.
***
STRIJK
Dit is het goede doen: je ogen sluiten
en violen zien, enkele tientallen,
en wat er aan de strijkstok blijft hangen
als violisten zweten, spuwen, bloeden
uit al wat boven kinnen is, dat
in kommen vangen en te drinken zetten,
omdat zwerfkatten. In het heetst
van de strijd, ter hoogte van de climax,
een nare smaak, schrammen van wie hogerop
wil klimmen. En beginnen. Aan gedichten,
aan een dag, aan gebreken, aan de zak,
omdat die beesten. Riolen ermee vol.
Bekocht gevoel. Verknipte galajurken.
De violiste is de poes van het orkest. |