,
eindelijk hebben we walverlof. De kasten
staan open voor klandizie.
Alle spasems staan netjes in een rijtje.
Dat ik nooit mijn beginpagina’s terugvind
ja, enkele nooit afgewerkte documenten, dat is
omdat ik aan de Titanic denk, vooral
aan
de voorplecht dan, met een maagd.
‘t Gefluister van meiden is een
estuarium. Vleesgeworden hypertext.
Bloemetjes in de schapenvacht van de wolvin
vredig en chic, van modder en takjes gemaakt.
Chianti, dit moeten we vieren. De Madam
veranderde van nevel in een stekelige massa.
Maar je ziet Toscaanse jasmijn liever
niet ineenschrompelen door de tijd.
Ook al is die roomwit. Oh merchant.
Lok a posteriori een betwiste fase uit.
Je dealt en negotieert misschien
voor het venster van een oksel
maar gevolg is dat je stem ervan
raakt losgeschraapt.
Krammen worden gebruikt voor
het vastzetten van prikkeldraad
of kippengaas.
Je draait niet aan haar vel. Je leert
haar borsten, haar abrikozen beminnen.
Klimmen in baby’s drankkast.
Gimme some Playboymagazine.
Smeer wat houtskool op je tanden.