Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


DECEMBER 2022

Johan Clarysse
Martine Lejeune  
Gerlinde Weze

Johan Clarysse

Persona

de mannen in mij met wie ik dagelijks leef
en slaap, sommigen luidruchtig
anderen zwijgzaam en bang,
ze hebben oude namen

in hun huizen vallen lange
bleke schaduwen en maken ze
hun dromen onwaar

ik verzamel hen als onderdelen
van vreugde en oud zeer
hoe ze plicht van zich afwerpen
als een oude huid

hoge eisen uit hun botten slaan
hun blanke pit ontbloten en zich
verdiepen in de buigzaamheid van riet

nieuwsgierig peil ik naar hun hart
op de tong, naar hun beklag en hun waarom
hoe ze zich vergissen en verzoenen

de mannen in mij met wie ik dagelijks leef
en slaap, ik reik hen de hand


Martine Lejeune

In woorden

In woorden
vliegt een vink pijlsnel langs de takken van een wilg
hangt een kruisspin roerloos in haar web
grazen roodbonte koeien tussen de jonge berken in de wei
zit een buizerd op de hoge lichtmast bij afrit negentien

In woorden
verdwijnt een wandelpad tussen woekerende Japanse duizendknoop
klinkt ver weg het geblaf van een vos in de rans
dwarrelen aan weerszijden van de landweg de bladeren van de bomen
voert de wind de wolken in hoge snelheid langs de maan

In woorden
gaat ieder zijns weegs

 

Gerlinde Weze

Miss Boredom

Ze bijt de randen van elke ochtend
als een kind dat geen broodkorsten lust,

schuift de rest van de dag in een blinde hoek
waarop ze verveling drapeert tot donkerte.

Slameur valt uiteen op het scherp
van de snee die enkel haar treft.

Haar smoelenboek schakelt over op spaarstand.
Ooit was ze rijkelijk bevriend.

Ze eet alleen uit het vuistje, drinkt zichzelf
een absurde dialoog met haar benevelde brein.

Goddank heeft ze dat nog.
En netflix.