Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


MAART 2023

Wynold Verweij
Patrick La Chal
Veronique Rap
Iris de Jager
Yasmin Namavar
Rita Van Hauwermeiren

Wynold Verweij

onder water


het geel en groen van de lente
is al vaak vertoond

de huizen van de vissen
staan klaar voor de grote schoonmaak
er wordt flink geadverteerd
met geuren van roze bloesems en
grassen die hun kleur hebben geleend
van weifelende lindebomen

vogels met ogen als vitaminepillen
in nauwsluitende doodskopjes
schudden het gele winterstof
als stuifmeel op de koude stenen
van de schaterende beek

misschien juist daarom wandelt de vrouw
met bestudeerde gratie naar de boom
die zich beschermend over de beek buigt

de boom waarin kleine hoedjes
behoedzaam regendruppels opvangen

zodat de vissen hun huizen
voldoende nat kunnen houden

en de vrouw elke lente kan kijken
naar het gezicht van het kind onder water

hetzelfde kind dat zij wil worden

Patrick La Chal

De gang naar de cafetaria is uitgesleten
ik kijk over de rand en zie je beneden lopen
op weg naar je piramide van mokka-ijs en slagroom
of op vrijdag je bord met hiërogliefen van patat
die je overigens nog steeds niet ontcijferd hebt

zelf ben je onleesbaar geworden je dna is beschadigd
je oren zijn afgebroken in je mond woont een pillenkever
en je bladgoud is door de chamsin meegevoerd
op je kamer penseel ik het zand van je botten
en leg ze in de juiste volgorde terug

of denk ik toch want hoe was het ook alweer

Veronique Rap

onder het lichte toezicht van een vlinder
wip ik het schuldgevoel uit mijn gedachten
met dezelfde schep waarmee ik tegels licht
de zaden in de schaduw zaai
mijn vragen in de zon
hoeveel grond ik moet verzetten
hoeveel stralen ik moet besparen
tegen veel te warme dagen
geef het beetje water dat ik missen kan
wacht de zomer af voor antwoord

 

***

 

INBAKEREN

Vier maanden bladeren ze
door waaiers vol namen en ralkleuren
halen familie uit enveloppen
verzamelen waslijnen met alleen maar wit
tillen het ledikant en dromen
van de garage naar de dakkapel

Dan
bergen ze de verf weer op
verstoppen zachtheid op de vliering
namen in een doosje
sturen de kaarten terug
kleuren de waslijn zwart
bakeren dromen in in het ledikant

Iris de Jager


1.

De ramen van de tram
Zijn beslagen met zand

Zand, dat miljoenen jaren geleden steen was
Steen, ontstaan door de aarde die een bol vuur was
Afkoelde, en
Als een magneet sterrenstof aantrok
Sterrenstof, het universum ingeworpen door de oerknal

De ramen van de tram
Zijn beslagen met sterrenstof van de oerknal

Yasmin Namavar

Het zijn seringen

vergeet vandaag alles
de kaalslag rechts, de zilveren boompjes links
zie je wortels dampen uit de grond
in de lucht voorspellingen van een levenloze horizon

de gordijnen klotsen tegen het keukenraam 
geluiden tegen de sluis
vlammen slijpen door de dijk
alles rimpelt naar buiten en buiten 

vanavond kook ik de schubben 
los van de vissen
breek ik de klinkers open
bezoek ik de gangen van je graf

vanavond hark ik de zee
de ratelaars het koolzaad het graan
ik veeg de jaren af van de ringen
ik open het fruit

achter de schermen 
staan de seringen
zacht was je adem

 

Rita Van Hauwermeiren

Niet bij de les

Ik denk aan de Dnjepr
zoals ze meanderde op de wereldkaart
aan de haak van het schoolbord 

in het overvolle klaslokaal waar ik
met een lange liniaal haar stroom
moest volgen langs de blauwe lijn

dwars door de eindeloze vlakte
en ik verblind werd door de zon
achter het snikhete venster

en hoe de leraar me op de vingers tikte
toen ik struikelde over haar medeklinkers

liever zat ik weggedoken
in de laatste bank kauwend
op een potlood elk obstakel

weg te vlakken met een gum
een nul te scoren voor geschiedenis

en hoe ik hoorde hoe de stoelpoot kraakte
een geluid dat ik niet uit kan wissen.